dinsdag 8 mei 2012

Connected

Wij zijn alletwee geen grote praters, gij en ik. Vertellen, ja. Herinneringen ophalen, met hopen. Small talk, ja, meneer. Maar praten over wat er daarbinnen écht omgaat? Dat gebeurt zelden, of nooit betreffende sommige zaken. En ik vind dat niet erg. Want ik weet dat ik het bij u zou mogen. Dat ge mij niet zou veroordelen voor een scheve hersenkronkel meer of minder. Die gedachte is genoeg. Het kan, maar het moet niet. Maar zo af en toe. Meestal diep in de nacht en meestal na een paar glazen, gebeurt het wel eens. Dan zijn we verbonden. Dan praten we, over wat er echt toe doet. Over wat we écht willen, écht voelen en écht willen bereiken. Babbels waarvoor er geen tijd is, in het leven van alledag. Dan is leuk om te voelen dat we nog een steeds een team vormen, en dat dat team er niet enkel is door de dagelijkse routine, door de telefoontjes over wisselende uurroosters, vertraagde of vervroegde vluchten en nachtelijke ritten. Op die momenten (niet énkel op die momenten) weet ik weer waarom ik voor u gevallen ben. Ge moogt nog zo stoer zijn en over bepaalde zaken uw eigen idee hebben, vanbinnen zijt ge puur. Omdat ik die babbels anders niet zou kunnen hebben met u. En op die momenten kunnen de gedachten van anderen mij ook helemaal niet schelen. Dan kan het mij echt niet schelen. Wij zijn niet het typische jonge koppeltje dat elkaar elke dag hoeft te zien. Of het koppel dat elkaar elke dag moet horen. We hebben beide onze vrijheid nodig, meestal om gewoon niets te doen. Ik hoef u en gij mij niet elke dag te vragen hoe de dag geweest, hoe we ons voelen of ik u kan helpen. Als ik denk dat ik u kan helpen, dan zal ik dat gewoon doen. En ik vertrouw erop dat als er écht iets is, iets dat vanbinnen niet ontward geraakt, ik het wel zal horen. Maar meestal zijn wij geen grote praters, gij en ik..